Gelijke kansen voor alle leerlingen

Hoe kun je ervoor zorgen dat de overgang van basisschool naar voortgezet onderwijs voor leerlingen zo natuurlijk mogelijk verloopt? En hoe zorg je dat alle leerlingen presteren naar kunnen? Een lastige opgave omdat er voor een gedegen aanpak extra tijd en dus geld nodig is. De regeling Doorstroomprogramma’s po-vo voor gelijke kansen biedt uitkomst. De regeling is bedoeld voor leerlingen die op een hoger niveau kunnen presteren maar minder ondersteuning of hulpbronnen tot hun beschikking hebben dan hun klasgenoten.
Op RSG Wolfsbos te Hoogeveen stelde Petra Hummel, projectleider Techniek, samen met de basisscholen in Hoogeveen een plan op en samen vroegen ze financiering aan. Het plan werd goedgekeurd en nu kunnen de scholen aan de slag.
‘Ieder kind heeft recht op een goede start. Als onderwijsinstellingen hebben we de verantwoordelijkheid om hen die te geven’, zegt Petra. ‘En als basisonderwijs en voortgezet onderwijs daarin samen optrekken, kan er echt een verschil gemaakt worden. Samen geven we de kinderen uit deze regio een extra zetje.’

 

Techniekcaroussel basis voor verdere samenwerking

‘Samenwerken betekent voor ons ook echt samen aan het werk, vertelt Petra. Op RSG Wolfsbos doen we dat sinds 2010. In die periode werd duidelijk dat wetenschap en techniek onderdeel zou gaan uitmaken van het toetsingskader van de Inspectie van het Onderwijs. Schoolbestuur Bijeen zocht contact met ons. De basisscholen vroegen of wij ondersteuning konden bieden bij de invulling van de wetenschap- en techniekverplichting, want bij hen ontbrak de kennis en de ruimte. Vervolgens zijn we gestart met de Techniekcaroussel, een leerlijn met W&T-activiteiten waaruit leerlingen konden kiezen en waarvoor ze naar ons technieklokaal kwamen. Alle leerlingen uit groep 7 en 8 deden mee. De opzet was simpel: RSG Wolfsbos leverde de docenten, de basisscholen stonden garant voor de materiaalkosten.’

Inzet op 21ste eeuwse vaardigheden

Omdat de contacten tussen RSG Wolfsbos en de basisscholen goed zijn en er een stevige vertrouwensbasis is, vroegen we ons af of we niet meer zouden kunnen doen voor de leerlingen. Zowel bij de basisscholen als bij ons leefde de wens om werk te maken van het verbeteren van de digitale geletterdheid bij kinderen van alle niveaus en aansluitend, de ouderbetrokkenheid te vergroten. Met een financiële bijdrage uit de regeling Doorstroomprogramma’s po-vo voor gelijke kansen is dat gelukt.

We werken nu aan een programma waarmee we op verschillende manieren de 21ste -eeuwse vaardigheden bij onze leerlingen gaan vergroten. We zetten in op het versterken van technische vaardigheden, ondernemersvaardigheden en digitale geletterdheid. Daarnaast willen we nieuwsgierigheid, creativiteit, fantasie en een onderzoekende houding stimuleren. Hierbij zien we een belangrijke rol voor de ouders. Daarom worden ook zij actief betrokken bij de activiteiten.

Versterken basisvaardigheden techniek

‘De Techniekcaroussel bestaat nog steeds’, vertelt Petra. ‘Zowel de docenten als de leerkrachten zijn enthousiast De Techniekcaroussel gaan we verbeteren om daarmee de W&T-leerlijn te versterken. Middels lesbrieven bereiden de leerlingen zich voor op school. De uitvoering vindt dan plaats bij RSG Wolfsbos. Een voorbeeld: bij de activiteit ‘digitale vaardigheden’ maken de leerlingen van groep 7 en 8 een stop-motion filmpje. In de klas schrijven ze een script en ze maken een storyboard. Vervolgens komen ze naar RSG Wolfsbos om het filmpje op te nemen onder begeleiding van een van onze docenten. Terug op de eigen school vindt er een evaluatie plaats met de leerlingen door de eigen leerkracht. Dit jaar doen vijfentwintig scholen mee aan de Techniekcaroussel. De scholen worden verdeeld in verschillende blokken over het schooljaar. Ook leerlingen uit het voortgezet onderwijs worden bij de Techniekcaroussel betrokken. Zij begeleiden de basisschoolleerlingen tijdens de techniekactiviteiten.’

‘Het is de bedoeling om ook de ouders nauwer te betrekken door ze in te zetten als begeleider bij techniekactiviteiten. Daarnaast gaan we de samenwerking zoeken met bedrijven zodat kinderen een kijkje kunnen nemen bij een bedrijf in de regio. Hier kunnen ze dan meedoen aan een workshop. De techniekles ‘hout’ uit de Techniekcaroussel vindt bijvoorbeeld plaats bij Bouwmensen Ruinen. Kinderen krijgen les van instructeurs van het bedrijf. Samen bouwen ze bijvoorbeeld een huis en een gereedschapskist.’

Een kijkje nemen bij een bedrijf

‘Om leerlingen de mogelijkheid te geven bij verschillende bedrijven te kijken organiseren we de Dag van de Techniek met daaraan gekoppeld, direct de volgende dag, de Open Bedrijven Dag’, vertelt Petra. Aan ‘De Dag van de Techniek’ doen maar liefst vierhonderd leerlingen mee uit de groepen 7 van basisscholen uit de gemeente Hoogeveen. De leerlingen komen naar het Alfa-college waar ze aan de slag gaan met allerlei leuke en uitdagende opdrachten op het gebied van techniek. Er zijn workshops, een interactieve techniekshow en ze kunnen meedoen aan een spannende energiequiz. Ook de leerlingen van het voortgezet onderwijs hebben een rol. De basisschoolleerlingen worden deze dag namelijk begeleid door studenten techniek van het Alfa-college, leerlingen van RSG Wolfsbos en het Roelof van Echten College.  Iedere basisschoolleerling ontvangt aan het einde van de dag vier waardebonnen die tijdens de Open Bedrijven Dag ingewisseld kunnen worden voor een activiteit of cadeautje. Aan de Open Bedrijven Dag doen zo’n vijfenveertig bedrijven mee. Op deze manier hopen we leerlingen nieuwsgierig te maken naar de technische bedrijven in hun eigen regio’, legt Petra uit, ‘en, niet onbelangrijk, we proberen ook ouders zover te krijgen dat ze samen met hun kinderen een kijkje gaan nemen.’

Versterken ondernemersvaardigheden met de 3D-printer

Via een aantrekkelijke regeling van de Provincie Drenthe konden basisscholen enkele jaren geleden heel voordelig een 3D-printer aanschaffen. Leerlingen moesten het apparaat zelf in elkaar zetten en programmeren.
‘Veel scholen hadden de ambitie om de 3D-printer actief te gebruiken in het lesprogramma’, zegt Petra, ‘maar dat bleek toch vaak lastiger dan verwacht. De 3D-printer is echter een prachtig uitgangspunt om ondernemersvaardigheden te stimuleren bij kinderen. Samen met 3D-kanjers hebben we een traject opgezet waarbij leerlingen een medaille ontwerpen voor de deelnemers aan de Cascaderun. Dit is een hardloopfestijn voor een goed doel. Via de methode van ontwerpend leren verdiepen de leerlingen zich in de doelgroep die centraal staat. Op basis daarvan maken ze een ontwerp voor een medaille. Het winnende ontwerp wordt daadwerkelijk geproduceerd en uitgereikt aan alle deelnemers die aan het evenement meedoen. Kinderen leren omgaan met een 3D-printer, en een ontwerp maken met behulp van een computerprogramma. Zo werken we ook weer aan de digitale vaardigheden.’

Vergroten digitale geletterdheid en mediawijsheid

Doorgaande leerlijn programmeren 

‘Alle basisscholen waar wij mee samenwerken bieden programmeerlessen aan van groep 1 tot en met 8’, zegt Petra. ‘Wij willen graag aansluiten op de kennis die de kinderen hebben zodra ze doorstromen van het basisonderwijs naar RSG Wolfsbos Hoogeveen. Onze technisch onderwijsassistenten hebben dit opgepakt. Vorig jaar is een pilotprogramma gestart met leerlingen uit klas 1. Deze kinderen leerden programmeren met een micro bit. Deze lessen bieden we nu weer aan. Ook is er een samenwerking met Basicly, een organisatie die leerkrachten en docenten helpt om digitale geletterdheid onderdeel van hun lessen te maken. Hun adviseurs coachen leerkrachten en docenten bij het maken en geven van lessen rond digitale geletterdheid, die in de onderbouw wordt gegeven

Ontdekhoek Hoogeveen

‘Sinds begin dit jaar is er een ontdekhoek in de bibliotheek van Hoogeveen’, vertelt Petra. ‘Hier kunnen kinderen meer dan dertig proefjes doen. Ze kunnen er bijvoorbeeld zelf zeep en chips maken. Maar ze ontdekken er ook hoe je een dijk bouwt en hoe je snelstromend water kunt afremmen met keien. Basisscholen die met hun leerlingen naar de ontdekhoek willen, kunnen voor begeleiding, in de toekomst, een beroep doen op leerlingen van het voortgezet onderwijs.’

Makerspace Hoogeveen

‘Dan hebben we ook nog de Makerspace Hoogeveen’, laat Petra zien. ‘Dit is bedoeld voor activiteiten in de naschoolse uren. Onze drie technisch onderwijsassistenten hebben samen de Makerspace Hoogeveen opgericht. Hier kunnen leerlingen van RSG Wolfsbos na schooltijd terecht om vorm te geven aan hun eigen ideeën. Het gaat om maakonderwijs waarbij kunst, wetenschap en techniek gecombineerd worden. De projecten waar de leerlingen aan werken ontstaan vaak vanuit een experiment’, legt Petra uit. ‘Ze hebben een idee en proberen wat. Vervolgens stellen ze dat idee bij en gaandeweg ontstaat er een product. Leerlingen hoeven nu eens niet te starten vanuit een uitgewerkt plan of creatief concept. Klooien mag! Voor het realiseren van hun plannen hebben de leerlingen de beschikking over allerlei digitale technieken en materialen zoals een laser cutter en een 3D-printer. Maar ook de fysieke vaardigheden komen aan bod, want nog altijd wordt er ook gezaagd, getimmerd en geboord.’

Ouders zijn de sleutel

‘Investeren in onze leerlingen vinden we heel belangrijk’, vertelt Petra. ‘En daar hoort ook investeren in de ouders bij. Kinderen hebben support van het thuisfront nodig om verder te komen. Betrokkenheid van ouders is essentieel. Daarom willen we ouders zo veel mogelijk bij het leerproces van de leerlingen betrekken. Leerlingen zijn daarom aanwezig bij de oudergesprekken en vertellen zelf aan hun ouders over hun vorderingen. We willen daarmee uitdragen dat leerlingen zelf verantwoordelijk zijn voor hun leerproces, maar dat ze daarbij wel mogen rekenen op de steun van ouders. Op die manier hopen we een gevoel van gezamenlijke verantwoordelijkheid te creëren.’

Volgend schooljaar willen we ouderbetrokkenheid verder stimuleren door ouders te vragen in de klas van hun zoon dochter te vertellen over hun beroep. Zo krijgen leerlingen een breder beroepsperspectief. Ze leren iets van hun ouders. Maar we doen het ook andersom. We willen laten zien dat ouders ook van hun kinderen kunnen leren. Daarvoor gaan we thema-ouderavonden organiseren. In sommige gevallen worden die avonden door de leerlingen zelf georganiseerd, zoals de avond over mediawijsheid. Ouders hebben vaak geen idee van de mogelijkheden en de valkuilen van de digitale wereld. Wat leerlingen daar op school over leren is ook van belang voor ouders. En dat kunnen leerlingen dus prima zelf vertellen.’

‘Wil je meer handen in de technische sector, dan is het van belang om ook de ouders te bereiken’, zegt Petra. Zij zijn belangrijke mee beslissers wanneer het aankomt op het kiezen van een vervolgopleiding. Zo lang bij ouders het idee leeft dat de technische sector vooral bestaat uit banen die laag betaald zijn en waar je smerig van wordt, komen we niet verder. Ook ouders moeten ontdekken dat techniek leuk en divers is. Daarom betrekken we ze als begeleiders bij de activiteiten in de Techniekcaroussel. Maar we willen ook dat ze bij bedrijven gaan kijken. Daarom zoeken we naar manieren om kinderen met hun ouders naar bedrijven te krijgen. We hebben daarmee een begin gemaakt met De Dag van de Techniek en de Open Bedrijven Dag.’

Tips voor iedereen die dit ook wil

Petra Hummel heeft inmiddels al heel wat ervaring opgedaan in samenwerkingen met andere scholen. Voor iedereen die een samenwerking wil starten, of een samenwerking verder wil brengen, heeft ze de volgende tips:

  • ‘Zorg dat besturen van elkaar willen leren. Als je vindt dat je het zelf geweldig doet en dat de ander zich moet aanpassen, kom je niet verder. Dat is geen samenwerken. Bij ons was er oprechte nieuwsgierigheid over en weer tussen leerkrachten en docenten, en van beide kanten was er de wens om het onderwijs op de basisscholen en in de onderbouwklassen van het voortgezet onderwijs op elkaar af te stemmen. Leerkrachten en docenten hebben over en weer van elkaar geleerd.’
  • ‘Als je samen een project gaat opzetten is het belangrijk dat er voor docenten en leerkrachten tijd en ruimte is om te ontwikkelen. Het is dus een heel goed idee om hiervoor voldoende uren op te nemen in het taakbeleid. Het schoolbestuur moet er dus achter staan en willen faciliteren.’
  • ‘Een kartrekker is essentieel. Zorg dat er een projectleider is die het overzicht heeft en die de coördinatie kan doen.’
  • ‘Extra financiering is nodig om dit soort projecten in de lucht te houden. Verdiep je daarom in regelingen die hiervoor in het leven geroepen zijn. Ben je eenmaal goed op weg, dan kan dit een taak van de coördinator worden. Mijn baan bestaat voor een groot gedeelte uit het vinden van financiering. Daarvan gaat een deel naar het basisonderwijs. Van dat geld kan het schoolbestuur leerkrachten vrij roosteren zodat ze activiteiten kunnen doen voor dit project.’
  • ‘Zorg dat het aanbod actueel blijft. Ga regelmatig bij elkaar langs, zorg voor voldoende overlegmomenten. Informeer elkaar over de speerpunten en monitor samen de dynamiek in de samenleving. Ik heb ongeveer een keer per week contact met schoolbestuur Bijeen en ongeveer een keer in de drie weken een overleg met de werkgroep. Korte lijnen en regelmatig overleg houdt ons alert en het aanbod actueel en relevant.’
  • Zorg ervoor dat de activiteiten, die je organiseert leerlinggericht zijn, aansluiten bij de regionale ontwikkeling en toekomstgericht zijn.

Wil je meer informatie over deze aanpak of heb je specifieke vragen naar aanleiding van dit artikel? Dan kun je contact opnemen met Petra Hummel.