3D on the move

3D on the Move

Een paar jaar geleden kregen Drentse basisscholen de mogelijkheid om tegen een zeer gunstig tarief een 3D-printer aan te schaffen. Veel scholen maakten enthousiast gebruik van de regeling. Zo ook de basisscholen van Brede School Klazienaveen.

 

Met hulp van enkele professionals die langs alle deelnemende scholen gingen, werden de printers door de leerlingen van de bovenbouwgroepen gebouwd en getest. En… daarna stonden ze ongebruikt in de klas. Want de leerlingen die ermee hadden gewerkt vertrokken naar het voortgezet onderwijs. En bij veel leerkrachten ontbrak de kennis over wat je met zo’n 3D-printer allemaal kunt en hoe je het apparaat zinvol integreert in het lesaanbod.

De negen basisscholen van Brede School Klazienaveen trokken aan de bel bij hun bestuur. En dat was het startpunt voor het project 3D on the Move. Een project waarin de basisscholen samenwerken met het Esdal College Klazienaveen. Samen hebben ze de 3D-printer een centrale plek gegeven in projectonderwijs rond ondernemen.

Aanjagers met kennis van zaken

‘Om dit project van de grond te krijgen hebben de basisscholen een projectaanvraag gedaan voor drie jaar bij de Provincie Drenthe’, vertelt Peter Rolink, één van drie aanjagers. ‘De basisscholen gaven aan dat zij de expertise misten om de 3D-printer op een zinvolle manier in te zetten tijdens de lessen. Zij wilden daarom graag een samenwerking aangaan met het Esdal College omdat de kennis daar wel aanwezig was. Het was meteen een mooie kans om een doorgaande lijn te maken van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs.’ Bij de provincie is financiële ondersteuning  aangevraagd voor het aanstellen van een projectaanjager die leerkrachten enthousiast zou kunnen maken voor ondernemersprojecten maar die ook zou kunnen zorgen voor hulp en begeleiding. ‘De provincie vond het een goed idee’, lacht Peter, en dus kon 3D on the Move van start in 2017.

Samen met zijn collega’s Arnoud Langen van het Esdal College en Bertjan Volders van Brede School Klazienaveen onderhoudt Peter de contacten met de deelnemende basisscholen.  ‘Oorspronkelijk was het idee om één aanjager aan te stellen’, zegt Peter. ‘Maar dat zag ik niet zitten. Ik wilde het liever samen doen met anderen. Dus hebben we de beschikbare formatie verdeeld over drie personen. En dat werkt heel goed. Mocht er onverhoopt iemand ziek worden, verhuizen of een andere baan krijgen, dan hebben de scholen daar geen last van en loopt het project gewoon door. Een nieuwe collega kunnen we met twee personen inwerken en we hebben de mogelijkheid met elkaar te sparren. Dat werkt heel prettig.’

‘De persoonlijke contacten met leerkrachten zijn erg belangrijk’, zegt Bertjan. ‘We gaan regelmatig bij alle scholen langs en we proberen iedereen op de hoogte te houden via nieuwsbrieven en de website. Inmiddels doen er dertien scholen mee aan 3D on the Move. Deze scholen hebben we verdeeld over ons drieën. Ieder heeft dus zo’n vier scholen waarmee we in nauw contact staan.’

Wedstrijd gekoppeld aan een wedstrijd

‘Het eerste project was een ontwerpwedstrijd voor leerlingen gekoppeld aan de triathlon Klazienaveen’, vertelt Peter. ‘Alle negen basisscholen deden hieraan mee. De leerlingen kregen de opdracht om een medaille te ontwerpen die uitgereikt zou worden aan de deelnemers van de triatlon. De medaille moest te printen zijn met de 3D-printer. Alle deelnemende klassen zijn toen op het Esdal College geweest voor een workshop Tinkercad. Ze moesten immers leren omgaan met een ontwerpprogramma voor de 3D-printer. Op iedere basisschool werd een verkiezing van het beste ontwerp gehouden. Per basisschool leverde dit één ontwerp op. Vervolgens hadden we een onafhankelijke jury gevraagd om uit die negen de beste ontwerpen te kiezen.’ Tijdens een feestelijke bijeenkomst werden de winnende ontwerpen bekend gemaakt. Deze zijn geprint en daadwerkelijk uitgedeeld tijdens de triathlon.

‘Terugkijkend op het eerste jaar vonden we dat het leren werken met de 3D-printer teveel het doel was geweest,’ zegt Peter. ‘Zo’n apparaat is ten slotte alleen maar een middel waarmee je andere vaardigheden kunt ontwikkelen. Daarom wilden we het in het tweede jaar anders aanpakken. We verlegden de aandacht van de 3D-printer naar het ondernemen. En daardoor kregen de 21ste -eeuwse vaardigheden opeens ruim baan.’

Jonge ondernemers op pad

‘3D on the Move had lokaal behoorlijk wat publiciteit gekregen waardoor andere scholen ook geïnteresseerd raakten’, vertelt Bertjan. Twee scholen van buiten Brede School Klazienaveen haakten aan.

In het tweede jaar kwam het ondernemen meer centraal te staan. ‘Leerlingen kregen de opdracht om in hun eigen netwerk op zoek te gaan naar opdrachtgevers. Ouders, ooms, tantes, buren, alle familieleden of kennissen met een eigen bedrijf, allemaal potentiële opdrachtgevers!’, lacht Bertjan.

Leerlingen kwamen met ideeën voor producten, deden acquisitie en marktonderzoek, gingen in overleg met opdrachtgevers, maakten ontwerpen, hielden presentaties, dachten na over prijzen voor hun producten en maakten offertes. ‘Opeens werd duidelijk waarom een mailtje naar een opdrachtgever goed opgebouwd en vrij van spelfouten moet zijn’, vertelt Bertjan. ‘De leerlingen waren ontzettend betrokken bij hun ondernemersproject. Leren in zo’n realistische situatie werkt heel motiverend. En ze leerden ook heel snel. Een groepje leerlingen dat supermarktkarmuntjes had geprint en wilde verkopen, ontdekte al snel de kern van marketing, namelijk dat ieder product een goed verhaal nodig heeft. Niemand wilde een muntje kopen, totdat ze mensen vertelden dat ze bezig waren met een project voor een goed doel. Toen kwam de verkoop opeens verrassend snel op gang.’

Deden in het eerste jaar alle basisscholen nog mee aan hetzelfde project, nu werkte iedere klas aan een eigen onderneming. ‘De diversiteit aan ondernemingen was enorm groot’, vertelt Peter. ‘Dat was het moment om informatie over het project te gaan delen met alle scholen. We maakten een website waarop we sindsdien verslag doen van alle projecten van de scholen. In het tweede jaar is het de meeste scholen gelukt om twee ondernemersprojecten te realiseren.’

Kritische factoren

‘Scholen zien 3D on the Move in sommige gevallen nog als ‘iets erbij’ en niet als een project ‘ter vervanging van’’, zegt Bertjan. ‘Het project komt soms in het nauw door personeelswisselingen. Ook gebrek aan kennis bij leerkrachten is een reden om het erbij te laten zitten. Onze rol werd in dit jaar duidelijker: we zijn scholen actief gaan ondersteunen door regelmatig af te spreken met de leerkrachten en de voortgang te bespreken. Verder wilden we niet dat iedere leerkracht zelf het wiel zou moeten uitvinden. Daarom hebben we lesbrieven gemaakt die te vinden zijn via de website. Hier is ook informatie opgenomen over het oplossen van problemen met de printer. Een soort Eerste Hulp bij Printerproblemen. Als leerkrachten er met deze hulp niet uitkomen, komen we langs. Want leerkrachten hebben een overvol programma, die hebben geen tijd om zelf uit te vogelen waarom de printer niet werkt.’

Ondernemer van de maand

‘In het derde jaar kwamen er weer twee scholen bij’, vertelt Peter enthousiast. Om alle scholen vanaf het begin betrokken te krijgen, organiseerden we een startbijeenkomst voor leerkrachten. We hebben de verwachtingen duidelijk gemaakt: iedere deelnemende school doet twee ondernemersprojecten per jaar. Leerlingen van groep 7 starten een bedrijf en dragen dit over aan de nieuwe groep 7 zodra ze overgaan naar groep 8. Zo blijft de kennis binnen de school.’

We hebben voor de leerlingen een extra stimulans toegevoegd’, vult Bertjan aan: ‘de ondernemers van de maand’. De leerlingen worden tijdens de les verrast door een bezoek van de aanjager. Ze krijgen een presentje en een nieuwsbericht op de website van 3D on the Move. Dan is het natuurlijk feest in de klas!’

De aanjagers zijn onmisbaar

‘Toen we met het project begonnen was het doel dat de scholen de ondernemersprojecten zelf op gang konden houden’, zegt Peter. ‘Maar we merken dat het zonder aanjagers niet alle scholen gaat lukken om dit project voort te zetten. De aanjagers zijn onmisbaar als kartrekkers van het project en als ondersteuners van de leerkrachten. Het overleg over voortgang is voor leerkrachten een grote hulp en stimulans.’

De kennis die de leerkrachten missen vinden ze bij de aanjagers. De aanjagers hebben het overzicht over het totale project, houden de leeropbrengsten in de gaten en sturen bij wanneer dit nodig is. Ze kunnen overkoepelende zaken voor alle scholen organiseren en dat scheelt de verschillende basisscholen weer tijd.

Vakoverstijgend leren in een realistische context

‘We willen het project dolgraag voortzetten want we zien wat het effect ervan is op de leerlingen’, zegt Peter. Bertjan is het daarmee eens. ‘De leerlingen zijn enthousiast en zeer fanatiek. De projecten van 3D on the Move zijn uitdagend, vakoverstijgend en vinden plaats in een realistische context. Eigenlijk maken de leerlingen hun eigen onderwijs. Beter kan het toch niet?’

Toekomst

De basisscholen gaan opnieuw een aanvraag doen bij de provincie Drenthe om ondersteuning zodat de aanjagers weer voor drie jaar ingezet kunnen worden. De ambitie is om dit project verder uit te rollen en nog meer scholen te laten aanhaken.