Voor leerlingen met een tuin of balkon, ontwikkelde NatuurWijs (Staatsbosbeheer) deze opdracht. Maar het kan ook in het park of in huis, als het echt niet anders kan. Tijdens deze opdracht gaan leerlingen op zoek naar kleuren in hun omgeving en moeten ze goed kijken en vergelijken.

Materiaal

  • Kleurpotloden
  • Tekenpapier

Uitvoering

  • Leg ongeveer tien kleurpotloden klaar.
  • Laat de leerling een kleur kiezen.
  • Spreek af dat de leerling tijdens het zoeken alleen kijkt en niets aanraakt of opraapt.
  • Vervolgens gaat de leerling op zoek naar een object in de omgeving met dezelfde kleur als het potlood. Dit kan een bloem een blaadje, een takje, een insect of bodemdiertje zijn. Maar ook een stuk zwerfafval of iets anders.
  • De leerling komt terug en tekent zo nauwkeurig mogelijk wat hij of zij heeft gezien.
  • Laat een andere kleur kiezen en laat de leerling de opdracht opnieuw doen.
  • Ga door tot alle kleuren zijn gebruikt of tot de leerling geen zin meer heeft.
  • Probeer minimaal drie kleuren te ‘doen’.
  • Bespreek de tekening na. Vraag naar bijzonderheden en details.