Onderwijs + ondernemers + overheid = Technolab SWF

Technolab Sûdwest-Fryslân bestaat pas anderhalf jaar maar kent een gedroomde start. In het eerste jaar maakten maar liefst zesduizend leerlingen gebruik van de workshops en gastlessen die Technolab SWF organiseert. ‘De ondernemers in deze regio snappen hoe belangrijk het is om kinderen op jonge leeftijd te interesseren voor techniek’, vertelt Marianne Poelman, directeur van Technolab SWF. ‘En de scholen wilden hun leerlingen graag laten zien wat de mogelijkheden van techniek zijn, maar misten concrete en aansprekende voorbeelden. Er was dus vraag en aanbod. Het enige dat ontbrak was een coördinatiepunt waar beide bij elkaar werden gebracht.’ Dat was de aanleiding voor de oprichting van Technolab SWF.’

 

Onderwijs, ondernemers en overheid komen samen in Technolab SWF

Zoals op veel plekken in Nederland werd er in Sûdwest-Fryslân al wel samengewerkt tussen scholen en bedrijven. ‘Vaak betrof het dan gelegenheidssamenwerkingen, meestal gericht op leerlingen in het voortgezet onderwijs’, zegt Marianne. ‘De ondernemers gaven aan dat ze een eerste kennismaking met techniek in het voortgezet onderwijs veel te laat vonden. Hoe eerder ze bij het leerproces betrokken konden worden, hoe beter. Ze wilden dus de basisscholen in, en het liefst vanaf groep 1.’

Praktisch aanbod

De ondernemers zagen een praktisch aanbod voor zich. Lekker veel doen, zodat kinderen zo jong mogelijk een beeld opbouwen van de mogelijkheden in de techniek. ‘En dan niet alleen simpele knutselopdrachtjes aanbieden, maar juist de verdieping zoeken’, vertelt Marianne. ‘Voor de ondernemers in Sneek ging het bestaande aanbod bij de bedrijven niet ver genoeg. Maar ze gaven ook aan dat ze zelf onvoldoende kennis hadden en vaak ook te weinig tijd om een goed educatief aanbod neer te zetten. Ook waren er zorgen over veiligheid, want waar moet je allemaal aan denken als je een groep kinderen ontvangt in een hoog technologische omgeving?’

Behoefte aan coördinatiepunt bij scholen en bedrijven

De ondernemers gingen te rade bij de scholen. Al snel bleek dat scholen graag wilden samenwerken met bedrijven. Leerkrachten en docenten gaven aan hun leerlingen te willen informeren over de mogelijkheden van techniek, maar dat het hen ontbrak aan concrete en inspirerende voorbeelden. Excursies naar bedrijven en gastlessen in de klas zou het voor leerlingen allemaal veel levendiger maken, maar de volle agenda’s en gebrek aan tijd om dit te organiseren bleek voor alle scholen de beperkende factor.

‘Scholen en bedrijven zagen een coördinatiepunt als een goede oplossing voor deze problemen. De schoolbesturen konden zich hier ook wel in vinden. Een heleboel werkzaamheden zouden immers in één keer voor alle scholen tegelijk opgepakt kunnen worden’, vertelt Marianne. ‘De besturen zagen mogelijkheden om de verankering van techniek in het onderwijs te versnellen.

Ook bleek de gemeente Sûdwest-Fryslân geïnteresseerd te zijn in het opzetten van een coördinatiepunt. Zij zagen mogelijkheden om hun ambities op het gebied van arbeidsmarkt en onderwijs in korte tijd te concretiseren. Alle neuzen stonden dus dezelfde kant op.’

 

Er werd een werkgroep samengesteld die op verschillende plekken in Nederland voorbeelden van coördinatiepunten is gaan bekijken. Technolab Leiden maakte op iedereen de meeste indruk, met name vanwege het ‘doe-aspect’ dat hier erg goed naar voren kwam. Dat inspireerde iedereen’, zegt Marianne. De opzet van Technolab Leiden werd daarmee het uitgangspunt voor Technolab SWF. In 2018 werd de stichting opgericht en de eerste activiteiten vonden plaats begin 2019.

Bètamentality als uitgangspunt voor een divers activiteitenaanbod

‘Technolab SWF werkt vanuit de visie van Bètamentality’, legt Marianne uit. ‘De gedachte hierachter is dat er verschillende bètatypes zijn: ontdekkers, creatieve makers, vernieuwers, maatschappelijke toepassers en doeners. Hoe beter je erin slaagt om in je aanbod tegemoet te komen aan de behoeftes van ieder bètatype, hoe beter het lukt om jongeren te interesseren voor techniek. Wij streven dus naar een divers activiteitenaanbod dat zich uitstrekt over een breed spectrum van bedrijfstakken. Ook willen we laten zien dat er beroepen en sectoren zijn waarin techniek een grote rol speelt, terwijl je dat misschien niet zou verwachten. We streven ernaar om niet zichtbare beroepen, waarbij wetenschap, natuur en techniek een rol spelen, zichtbaar te maken. Daarvoor werken we het liefst samen met lokale bedrijven om jongeren te laten zien wat voor spannende ontwikkelingen er gaande zijn in hun eigen omgeving. Daarbij is er aandacht voor nieuwe technologieën maar ook voor ambacht.’

Activiteitenaanbod

De activiteiten van Technolab SWF zijn nu eerst ontwikkeld voor leerlingen uit de bovenbouw van het basisonderwijs en de eerste twee klassen van het voortgezet onderwijs. Op termijn kunnen ook de onderbouwleerlingen, inclusief kleuters, er terecht. Alle schoolbesturen voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs in de regio Sûdwest-Fryslân doen mee.

‘In 2019 ontvingen we zesduizend leerlingen’, vertelt Marianne. ‘We hebben verschillende workshops waar scholen uit kunnen kiezen. Dat gaat van kennismaken met nieuwe technologieën tot een meer traditioneel aanbod gericht op ambacht. Het leuke is dat we bij dit aanbod ook het onderwijs zelf weer kunnen inschakelen. Leerlingen van klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs nemen zelf deel aan de activiteiten van Technolab. Maar de VO leerlingen in de bovenbouw assisteren ook bij de workshops voor basisschoolleerlingen. We zorgen ervoor dat alle basisschoolleerlingen de kans krijgen om op alle vier VO-scholen te kijken. Daarnaast worden studenten van het MBO ingezet als begeleiders tijdens workshops of als ontwikkelaars van nieuw lesmateriaal. Ook zijn er studenten betrokken vanuit marketing- en communicatierichtingen. Zij helpen onder andere bij het ontwerpen van flyers, de website of ondersteunen bij grotere evenementen.

Behalve workshops voor leerlingen organiseren we ook kennisbijeenkomsten voor leerkrachten, docenten en ondernemers en organiseren we bijeenkomsten waar ondernemers en leerkrachten elkaar kunnen ontmoeten. Verder kunnen scholen bij ons terecht voor advies en begeleiding.’

Financiering gebaseerd op drie pijlers

‘Een coördinatiepunt opzetten kost natuurlijk geld’, zegt Marianne. ‘Onze financiering kent drie pijlers: onderwijs, bedrijfsleven en overheid.

Een derde van ons budget komt van scholen. Op basis van de leerlingenaantallen betalen ze een (boven)bestuurlijke bijdrage. Alle eenenzestig basisscholen uit de gemeente Sûdwest-Fryslân doen mee. Leerlingen van groep 6, 7 en 8 maken gebruik van ons aanbod. Ook de scholen voor voortgezet onderwijs kopen activiteiten bij ons in.

Een derde komt van de bedrijven via regelingen van bijvoorbeeld brancheorganisaties of ondernemersverenigingen. Ook ontvangen we bijdragen van particuliere bedrijven in de vorm van partnerships. Vanuit de bedrijven gebeurt er ook veel met gesloten beurs zoals het beschikbaar stellen van materialen, machines en kennis. En samen organiseren we bedrijfsbezoeken en gastlessen.

En een derde van ons budget komt van de overheid. We hebben een goede samenwerking met de gemeente. Hun doelen op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt vielen samen met de doelen van de scholen en de ondernemers. Vandaar dat de gemeente bereid was om te investeren in Technolab SWF. Tot slot krijgen we bijdragen vanuit de provincie voor specifieke projecten en een bijdrage vanuit landelijke regeling Sterk Techniek Onderwijs.’

Ambities

‘Technolab draait nu een jaar. We werken met een groeimodel dat is gericht op een goede balans tussen volume en kwaliteit’, vertelt Marianne. ‘Die balans is heel belangrijk. We willen in 2020 graag doorgroeien naar negenduizend leerlingen maar dan moeten er natuurlijk wel voldoende mensen zijn die activiteiten kunnen uitvoeren en begeleiden. We werken nu met een aantal vrijwilligers en freelancers, maar hun inzet is niet onbeperkt. We zijn dus voortdurend op zoek naar mensen met een hart voor techniek en onderwijs.

Er worden al wel stappen gezet in de richting van groei. Een van de zaken waar we nu mee bezig zijn is de uitbreiding van het postcodegebied, zodat ook scholen buiten de regio Súdwest-Fryslân van ons aanbod gebruik kunnen maken.’

Voor de komende jaren staat er nog heel wat op het wensenlijstje. ‘We bedienen nu leerlingen vanaf groep zes’, vertelt Marianne. ‘Maar het liefst willen we dat leerlingen vanaf groep één al gebruik kunnen maken van ons aanbod. De maritieme techniek is een goed voorbeeld; van piepschuim laten drijven op water, naar het maken van een bootje en uitbouwen met constructietechniek, weerstand en voorstuwing. Allemaal passend te ontwikkelen van groep 1 t/m 8 en het liefst doorlopend naar de brugklassen in het VO. Verder gaan we werk maken van het stimuleren van ouderbetrokkenheid. Want hoe positiever ouders staan tegenover techniek hoe makkelijker het voor jongeren wordt om een opleiding in die richting te kiezen.’

Voorwaarden voor succes

‘Wanneer onderwijs, ondernemers en overheid willen samenwerken en daarvoor een coördinatiepunt in het leven willen roepen is er denk ik één zaak van essentieel belang’, zegt Marianne: ‘zorg dat je het eens bent over de ‘waaromvraag’. Waarom ga je de samenwerking aan en komt jouw antwoord op die vraag overeen met het antwoord van de andere partijen? Er komt namelijk altijd een punt waarop er moeilijke besluiten genomen moeten worden en eigen belangen gaan concurreren met het gezamenlijk belang. Een gedeelde ‘waarom’ is dan wat de boel bij elkaar houdt.’

‘Een ander advies dat ik iedereen zou willen meegeven is: bereid je goed voor. Win informatie in, stel vragen. Je hoeft niet zelf het wiel uit te vinden. Er is al zoveel bedacht dat je echt niet meer bij nul hoeft te beginnen. Dus, dit is behalve een advies ook een uitnodiging. Iedereen die meer wil weten over hoe we het in Sûdwest-Fryslân hebben aangepakt mag contact met mij opnemen!’